Wat is het koud die ochtend, als ik om 6uur15 naar de registratie loop. Hier vind ik mijn stuurbordje terug, dat had ik gisteren na het ophalen ook weer direct verloren… Met tegenzin een fors ontbijt naar binnen gewerkt, veel te vroeg; en een paar bakken koffie. Gelijk gezellig aan tafel, veteranen uithoren, die natuurlijk proberen om mij nog nerveuzer te maken voor de kolossale uitdaging die ons te wachten staat.

Erik arriveert keurig op tijd op zijn tourfiets (liefkozend de tractor genoemd, vanwege de dikke banden), en samen rijden we door een ontwakend Luik. Strakblauwe lucht, geen zuchtje wind, 11 graden. Vlak buiten Luik de Côte d’Embourg (6%), om wakker te worden. Nog helemaal koud doe ik het rustig aan, Erik is als een haas weg. Boven meldt hij een hartslag van 160; hij is in ieder geval wakker. Zelf houd ik mijn jasje nog even aan, ik ben echt nog niet warm!

Na 22km de eerste uitdaging: de Côte de Chambralles (max. 20%). We kijken tegen een muur aan, en beseffen dat deze tour wel eens heel erg zwaar zou kunnen worden. Terug naar het laagste verzet, en rustig doortrappen tot je boven bent. Erik piekt op 172, en stapt even af om op adem te komen. Een tijd later zien we mekaar boven weer, een kleine 200 meter hoger. Behalve de zware fiets en de dikke banden heeft Erik er nu nog een handicap bij: zijn zadelbekleding blijkt gebroken, en heeft de neiging om van het stalen frame af te schuiven. En 2 stalen pennen zit niet echt prettig.

Vanaf hier gaat het gestaag bergopwaarts, en we klimmen nog ongeveer 250 meter voordat we om 930 de eerste rustplaats oprijden. 7 uur vertrokken, 40 km gereden, hier en daar even gestopt om genoemde redenen. En dus al 2 ½ uur onderweg. En na de koffie is al het bijna 10 uur. Snel doorrekenen levert een aankomsttijd voor die avond van 19 uur. Dat moet toch sneller kunnen; dachten wij toen nog!

 

Mentaal wordt het zwaar. Met de berekening van onze eindtijd in het hoofd kijk ik veel te vaak naar alle metertjes. Dit werkt dermate deprimerend, dat ik besluit om een aantal tussendoelen te definiëren, te weten de verschillende rustplaatsen. Dit werkt, en het humeur wordt direct een stuk beter.

Na de zware beklimming van de Chambralles is het tot Wanne goed te doen, en de 13% naar Wanne pakken we natuurlijk zonder problemen. Wel merken we aan onze benen, dat deze klim veel langer is. De volgende stop is bovenop de Côte de Wanne. 77 km gereden, het is inmiddels kwart voor 12. Op de rustplaats is ook een fietsenmaker aanwezig, die voor een vriendenprijs (“Nee meneer, die prijzen op de artikelen gelden hier niet.”) Erik aan een nieuw zadel helpt. Om kwart over 12 rijden we weer, goed doorvoed en een beetje uitgerust.

Er volgt een enorme afdaling, geclassificeerd als “gevaarlijk”. Ik doe het rustig aan; in Wanne vertelde een mederijder ons hoe een fietser op het traject naar Wanne frontaal op een auto was gevlogen in een afdaling. Eén hersenschudding dit jaar is voor mij voldoende!

Na een afdaling volgt natuurlijk een klim, en dit blijkt toch echt de kuitenbijter van de dag te zijn. Voor ons doemt de Col de Stockeu, 21%. De eerste kilometer is verschrikkelijk steil, een wielrenner die is stilgevallen valt om. In het laagste verzet, staand op de pedalen, lukt het om de steilste stukken te overbruggen. Mijn hartslag piekt op 171. Door de brandende zon is het ook nog eens erg warm. Halverwege lijkt het of je boven bent; hier staat een standbeeld van Eddy Merkx, en ik besluit op Erik te wachten.

Daarna volgt echter nog 1 kilometer, dan een kleine afdaling, en dan nog 1 kilometer stijgen. We voelen onze benen nu echt; ook onze vakantie-trainingen in Frankrijk en Italië hebben ons hier niet op voorbereid.

Hierna 60 km zonder noemenswaardige hellingen tot de Redoute, althans volgens het boekje. Waarschijnlijk omdat die klim van 200m bij Petit-Halleux geen naam heeft. En die andere 7 klimmetjes zijn geen 100m, dus die tellen niet. Maar toch, vanaf de 120 km gaan we ook enorme stukken bergaf, deels over hetzelfde traject als vanochtend. We stoppen om 15:15 bij de volgende pleisterplaats, Vaux-Chavanne, op 117km. Een troosteloos terrein, op scherpe steenslag. Water uit een grote container, in de kofferbak van een auto. Niet meer dan 1 bidon pp, er is onvoldoende water. Gelukkig wel weer bananen en koekjes.

Inmiddels is het ook bewolkt geworden, en donkere wolken naderen uit het westen. De buienradar laat noodweer zien, net westelijk en zuidelijk van ons parcours. Ik spoor Erik aan om haast te maken, en al om 1530 rijden we weg, naar de Redoute.

Helaas begint het dan toch te regenen; ik doe mij regenjas aan en rijd door. Met hoge snelheid, alsmaar bergaf. Ik herken de lange klim die we vanochtend na de Chambralles hebben gedaan. Bij de lokale bakker haal ik een Belgische wafel, en de vriendelijke dame vult ook gelijk mijn bidon. Het verbaast me dat ik de enige klant ben; alle andere wielrenners rijden door. Ook Erik, die niet heeft gezien dat ik gestopt ben. Pas een kwartier later haal ik hem weer in. Dit deel van het parcours is minder leuk, waarschijnlijk ook door het slechte weer. We rijden over opgebroken stukken weg, door zand en grind. De tractor van Erik komt nu goed van pas. Ik vrees voor mijn banden, terecht naar later zal blijken. Het is gelukkig wel weer droog geworden.

Tegen vijven rijden we Remouchamps binnen, aan de voet van de Redoute (21%). We stoppen nog even om veel zoetigheid naar binnen te werken, en beginnen aan de klim. Vlak voor het standbeeld, onder aan het steilste gedeelte, voel ik dat mijn achterband leeg is. Waarom net nu; net nu we onszelf mentaal helemaal hebben opgepept voor de beruchtste klim van deze dag? 20 minuten later zijn we weer op weg, toch weer enigszins fit door deze gedwongen pauze. De Côte de la Redoute valt tegen, dat wil zeggen hij valt mee.

De Stockeu was gewoon echt zwaarder, steiler en vooral veel langer. En zelfs de Chambralles vanochtend vond ik lastiger. Met de kanttekening dat we na de aanloop van de Redoute zijn gestopt voor die lekke band, en je vervolgens na 600 meter stopt omdat daar de volgende stempelpost is; op deze manier dus een vrij korte klim.

Weer 20 minuten later beginnen we aan het laatste traject. Nog een kleine 30km, nog 1 klimmetje van 6%. Inmiddels ben ik flink moe, en voor het eerst in weken speelt de bekende hoofdpijn van de hersenschudding weer op. Erik ruikt stal, en gaat nu hele stukken voorop. Ik moet aanzetten om hem bij te houden. Volgens mij heeft hij iets geslikt na de Redoute… De laatste uitdaging is de zaterdagavondspits in Luik; geen fietsvriendelijke stad! We laveren ons door het verkeer, over 4 baanswegen. De laatste afslag is nog even spannend, 3 banen oversteken in de drukte, maar dan staan we ook ineens bij de eindcontrole Holiday Inn. We stappen af; het is afgelopen.

Binnen halen we een fraaie oorkonde, de eerste in een reeks? Voorlopig moet ik even niet aan fietsen denken, totdat Hans zondagavond mailt dat hij heeft ingeschreven voor de Ronde van Midden Nederland. Gelukkig rijdt hij ook op een tractor; ik besluit mee te gaan….

 

 

Statistieken:

177.5 km; 20.6 km/u; 8:36 uur netto. 12:00 uur totale tijd; 2715 hoogtemeters; 5819 kCal! Ik 1 lekke band, Erik een kapot zadel; 2 keer ketting tussen derailleur en spaken. 1 regenbui van 15-30 minuten, veel zon, ’s middags bewolkt. 0 keer afgestapt; Erik heeft helaas in de Col de Stockeu en de Redoute zijn meerdere moeten erkennen. Voor mij zowel een afstands- als hoogtemeters-record, voor Erik als 11-steden veteraan alleen een hoogtemeters-record.

11 boterhammen, 2 liga-koeken, 3 koffie, 4 ½ liter water, 1 Belgische wafel, 1 koolhydratengel, 2 bananen, 1 hand hartige koekjes, 1 MacMenu, ½ liter cola, ½ liter isostar.